NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek - print-logo

URL voor deze pagina :
https://archief.nwo-i.nl/geen-categorie/2010/07/16/frequently-asked-questions/

Geprint op :
21 maart 2025
22:32:14

We geven hier antwoord op veelgestelde vragen over de relocatie van Rijnhuizen. Staat uw algemene vraag hier niet bij? Stuur dan een mail naar Gieljan de Vries.

FAQ: algemene vragen

Waarom relocatie van FOM-Rijnhuizen?

De Stichting FOM wil haar Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen uitbouwen tot een nationaal coördinerend instituut voor fundamenteel energieonderzoek, gevestigd op een universitaire campus. Dit instituut zal een belangrijke partner worden voor toonaangevende binnen- en buitenlandse onderzoeksinstellingen en voor het bedrijfsleven. Het streven past in de strategie van Stichting FOM om sterke banden te kweken tussen haar instituten en andere Nederlandse kennisinstellingen. Het nieuwe instituut blijft een onafhankelijk FOM-instituut, met als onderdeel een of meerdere werkgroepen die worden ingebracht door de partneruniversiteit.
 

Hoe is de nieuwe locatie gekozen?

In januari ontvingen de Colleges van Bestuur van Nederlandse universiteiten een uitnodigingsbrief van Stichting FOM, waarin hen werd gevraagd om een creatieve visie te schetsen voor de meerwaarde die haar universitaire omgeving kan bieden voor de uitbouw van het instituut en zijn nationale trekkersrol op het gebied van funderend energieonderzoek.
 
Na overweging van de verschillende biedingen door een selectiecommissie heeft het Uitvoerend Bestuur van de Stichting FOM haar voorkeur uitgesproken om FOM-Instituut Rijnhuizen te verhuizen naar de campus van de Technische Universiteit Eindhoven met extra focusgroepen gevestigd aan andere universitaire instellingen. De infrarood vrije-elektronen laserfaciliteit FELIX / FELICE, die nu nog deel uitmaakt van FOM-Rijnhuizen, zal naar de Radboud Universiteit Nijmegen verhuizen. FELIX / FELICE wordt onderdeel van de Radboud Universiteit.
 

Hoe gaat het nieuwe instituut heten?

Voorlopig is er nog slechts sprake van een werktitel. De oorspronkelijke werktitel FIER (FOM-Institute for Energy Research) is verlaten en vervangen door DIFFER (Dutch Institute For Fundamental Energy Research).
 

Wanneer vindt de verhuizing plaats?

Het is de bedoeling om in 2014 à 2015 te verhuizen naar de nieuwe locatie op de TU/e-campus, waar een nieuw gebouw wordt opgericht om het FOM-instituut te huisvesten. De verhuizing van FELIX / FELICE vindt eerder plaats; volgens de huidige planning verhuist deze afdeling in 2012 naar de nieuwe locatie aan de Radboud Universiteit en is zij daar in 2013 volledig operationeel.
 

FAQ: Rechtspositioneel / Arbeidsvoorwaarden Plan

Wat zijn de uitgangspunten van het RAP? Al bij de eerste bekendmaking van de plannen om naar een universitaire campus te verhuizen werd gesteld: "Iedereen kan mee". Iedereen kan mee is een garantie voor betrokken FOM-werknemers. Maar iedereen kan mee is ook een noodzaak voor de FOM-organisatie. De ervaring en expertise van de huidige werknemers op Rijnhuizen is de gedegen basis om het instituut op de TU/e campus te laten uitgroeien tot de succesvolle hoofdvestiging van het nieuwe instituut voor funderend energieonderzoek.

FOM wil het effect van deze standplaatswijziging voor betrokken werknemers zoveel mogelijk helpen opvangen met een set op de situatie toegespitste materiële regelingen waaruit betrokkenen, die keuze kunnen maken die het best bij hun persoonlijke omstandigheden past. Gewenning aan extra reiskosten, gewenning aan extra reistijd, vergoeding van verhuiskosten en voor iedereen een algemene kostenvergoeding.
 

Krijg ik ook een persoonlijk gesprek over het RAP? Zodra de tekst van het RAP formeel vaststaat wordt daarover met elke werknemer een aantal malen gesproken. Dat gesprek is een gesprek tussen de medewerker en zijn chef waarbij een P&O-er aanwezig is. Het eerste gesprek vindt plaats kort na de zomervakantie 2010. Doel is het geven van informatie en uitleg over het plan en het krijgen van een indruk hoe de regelingen van het plan aan sluiten bij de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Het gesprek draait om informatie-uitwisseling zodat de medewerker afwegingen over zijn situatie kan maken. In het gesprek worden geen beslissingen genomen en hoeft de medewerker geen keuze kenbaar te maken.

Later zal opnieuw individueel gesproken worden. In die latere gesprekken is het de bedoeling voorlopige afspraken (die de werknemer niet binden) te maken over de regelingen die in een individuele situatie toegepast zullen gaan worden. Uiterlijk een half jaarvoor de datum waarop de verhuizing van het instituut wordt voorzien worden definitieve afspraken gemaakt.
 

Waarom werd met de bonden onderhandeld in plaats van direct met de OR? In het zogenaamde Sociaal Beleidskader (SBK) zijn afspraken vastgelegd m.b.t. het overleg tussen de WNO's en werkgevers uit de koepel NWO waaronder FOM valt. Hoewel een relocatie niet een verandering is die in dat SBK wordt beschreven kunnen vergelijkingen worden getrokken die tot de conclusie leiden dat de WNO's in dit geval de aangewezen overlegpartner zijn. Belangrijk is met name dat een plan dat met WNO's is overeengekomen een formele, met de CAO vergelijkbare status heeft.
 

Hoe verloopt het onderhandelingsproces rond het RAP?

  1. De werkgever maakt een concept van het Rechtspositioneel Arbeidsvoorwaarden Plan. Voor het personeel van Rijnhuizen worden twee plannen opgesteld; één voor het personeel dat naar Eindhoven zou verhuizen en een apart plan voor de medewerkers van de afdeling GUTHz.
  2. De werkgever stuurt dit plan naar die bonden die mee gedaan hebben met de CAO-onderhandelingen (AbvaKabo, AC, CNV en CMHF).
  3. Dit plan zal als discussiestuk dienen voor de onderhandelingen tussen de bonden en de werkgever.
  4. Het bereikte onderhandelingsresultaat wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van die bonden die mee hebben gedaan aan de CAO-onderhandelingen.
  5. De leden keuren het plan goed of de leden keuren het plan af.
  6. Als het plan goed gekeurd wordt is dit het plan dat voor al het personeel geldt.
  7. Wordt het plan afgekeurd, dan kunnen er verschillende scenario’s gaan lopen.
  • a.  De bonden gaan terug naar de onderhandelingstafel om een beter resultaat proberen te bereiken.
  • b.  De bestuurder houdt vast aan het liggende RAP.

Een goedgekeurd plan moet nog wel ter advies worden voorgelegd aan in ons geval de COR, dat geadviseerd wordt door de CRR (een combinatie van COR/ORR).

Confidental Infomation