Stichting FOM en technologisch topinstituut NIMR gaan samenwerken in materiaalonderzoek
De Stichting FOM en het Netherlands Institute for Metal Research (NIMR) in Delft gaan samenwerken in onderzoek aan materialen. Daartoe hebben beide organisaties besloten. FOM en NIMR steken beide één miljoen gulden per jaar in een onderzoekprogramma dat in het bijzonder kijkt naar het verband tussen veranderingen in de microstructuur van materialen en hun mechanische eigenschappen. De looptijd van het programma is acht jaar.
In NIMR, onlangs geopend door de ministers Wijers en Ritzen, werken veertien bedrijven, vier universiteiten en TNO samen. Naast deze instellingen draagt de overheid in aanzienlijke mate financieel bij aan het instituut. De onderzoekactiviteiten van NIMR richten zich op drie gebieden: productie van metalen, verwerking van metalen en fundamenteel onderzoek dat deze beide gebieden ondersteunt. Op dit laatste gebied zag NIMR een vruchtbare koppeling met het FOM-onderzoekprogramma 'Ontwikkeling van de microstructuur van materialen'. Daarop hebben de twee organisaties besloten dit programma, dat zich richt op alle bestaande en nieuwe materialen en zich dus niet beperkt tot alleen metalen, samen uit te voeren. Voor NIMR levert deze samenwerking een versterking van het onderzoek op en toegang tot de (para-)universitaire netwerken van FOM. Voor FOM zijn de mogelijkheden die NIMR biedt tot betere kennisoverdracht aan bedrijven en TNO zeer aantrekkelijk.
Op het FOM/NIMR-programma kunnen onderzoekers uit de academische wereld inschrijven. Nieuw voor Nederland is dat een select aantal academische onderzoekgroepen in het nabije buitenland wordt uitgenodigd om samen met een Nederlandse groep aan de inschrijving mee te doen. Deze buitenlandse groepen beschikken over voor NIMR belangrijke deskundigheid en faciliteiten die in ons land ontbreken of (nog) te weinig ontwikkeld zijn. Door de samenwerking met die buitenlandse groepen kan het rendement van het onderzoek worden verhoogd. Deze samenwerking draagt tevens bij tot vergroting van de Nederlandse deskundigheid op een aantal voor de industrie relevante deelgebieden.
Het onderzoekprogramma
Het FOM/NIMR-programma kent twee thema's: het begrijpen van de ontwikkeling van de microstructuur en zijn invloed op de materiaaleigenschappen, en het ontwerpen van microstructuren en nieuwe materialen voor specifieke doeleinden. Met microstructuur wordt bedoeld de materiaalstructuur bij zeer veel kleinere afmetingen dan waarbij dat materiaal onder dagelijkse omstandigheden wordt gebruikt of toegepast. Die microstructuur begint uiteraard op het niveau van atomen en ontwikkelt zich voortdurend. Meestal worden materialen gevormd vanuit de gesmolten toestand van het moedermateriaal of de samenstellende materialen. Daarna vinden materiaalbewerkingen plaats zoals walsen, extruderen, al of niet gevolgd door warmtebehandelingen, het aanbrengen van coatings, het verbinden van materialen en dergelijke. De microstructuur verandert daarbij steeds opnieuw. Vaak heeft dit een ingrijpende invloed op de materiaaleigenschappen. Wanneer het materiaal eenmaal is verwerkt, kunnen bijvoorbeeld beschadigingen optreden. Ook blijken veel materialen tijdens hun levensduur te veranderen als gevolg van veranderingen in de microstructuur (veroudering). Het onderzoekprogramma heeft nu als doel de relatie te begrijpen tussen dit soort veranderingen (ontwikkelingen) van de microstructuur en de eigenschappen van het materiaal op macroniveau, dus het niveau van alledag. Een dergelijk begrip van de microstructuur is vereist om via sturing van de relevante productieprocessen de eigenschappen van materialen - naar wens - te veranderen of om nieuwe materialen met specifieke eigenschappen te maken.
Voor meer informatie kan men contact opnemen met drs. H.G. van Vuren, hoofd onderzoekbeleid van FOM (telefoon (030) 600 12 11, met prof.dr.ir. S. Radelaar, directeur NIMR ( telefoon (015) 278 25 35 of (030) 229 85 47).