NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek - print-logo

URL voor deze pagina :
https://archief.nwo-i.nl/nieuws/2001/12/04/licht-onthult-structuur-en-gedrag-van-rood-eiwit/

Geprint op :
16 maart 2025
03:51:49

In de moleculaire en de celbiologie zijn sinds enige jaren uit zichzelf fluorescerende eiwitten zeer populair omdat je ze met andere eiwitten kunt laten versmelten en dan zo, door hun fluorescentie, die andere eiwitten gemakkelijk traceerbaar hebt gemaakt. Zo ontstond een nieuwe techniek om eiwitten in levende cellen te bestuderen, zonder dat die cellen daardoor verstoord werden. Men kan er bijvoorbeeld het kopiëren van genen mee volgen. Enkele jaren geleden slaagde een groep Russische onderzoekers erin een fluorescerend eiwit van de koraalsoort Discosoma te kloneren. Dit eiwit is het enige in de natuur voorkomende dat in rood fluoresceert, waardoor het dus enorm goed te onderscheiden is. Bovendien is het zeer lichtbestendig, wat voor onderzoek erg handig is. Het gekloneerde eiwit is in de handel als DsRed.

Bij experimenten bleek dat het eiwit als het in de cel tot expressie komt, met soortgenoten aaneen gaat klonteren tot complexen, soms groen gaat stralen in plaats van rood en nauwelijks van vorm verschilt van een zeer bekend groen fluorescerend eiwit. Kortom, wat gebeurt er nu precies? Daar hebben de onderzoekers in Twente zich op gestort.

Natuurkundigen doen in zo'n geval wat ze altijd doen: vereenvoudig het experiment zover als je kunt. In dit geval: kijk in een oplossing naar afzonderlijke eiwitmoleculen en meet wat er onder verschillende omstandigheden gebeurt. In de oplossing werden de eiwitten met een laser bestraald. Zelfs bij heel lage concentraties bleken de eiwitten aaneen te groeien, tot complexen die uit zogeheten tetrameren bestaan. Elk tetrameer bestaat uit vier identieke subeenheden (monomeren) van die eiwitten. Met zeer gevoelige en nauwkeurige detectoren werd de fluorescentie van de afzonderlijke subeenheden in de tetrameren geregistreerd. Daardoor was te zien hoe binnen een tetrameer razendsnel energie uit het laserlicht van het ene monomeer naar het andere werd overgedragen. De detectoren lieten zien dat de fluorescentie die daarbij optrad, vaak rood was, maar soms ook groen of zelfs beide. Door deze metingen bij een groot aantal tetrameren te herhalen, konden de onderzoekers tot statistisch verantwoorde uitspraken komen. De rode fluorescentiestraling wordt veroorzaakt door de afzonderlijke, geheel ontwikkelde monomeren in de tetrameer; de groene fluorescentiestraling blijkt afkomstig van niet volledig ontwikkelde monomeren in hetzelfde tetrameer (die heten dan onrijp). Ondanks de rode kleur blijkt dat in 86% van DsRed minstens één groen monomeer aanwezig is, met een verhouding rood tot groen van 1,2 tot 1,5.

De samenklontering en onvolledige rijping van de DsRed-moleculen bepalen de mate waarin rode fluorescentie optreedt en dat is dus voor experimenteel gebruik van DsRed nog enigszins een probleem. Toch heeft DsRed voor biologisch onderzoek geweldige eigenschappen: fluorescentie op een andere golflengte (namelijk rood) dan alle andere uit zichzelf fluorescerende biomoleculen, de fluorescentie is heel helder en het eiwit kan door zijn grote lichtbestendigheid tegen een stootje. "Kortom", zegt Maria Garcia-Parajo, "ons onderzoek is een sterk pleidooi om dit eiwit verder te verbeteren."

Meer informatie bij dr. Maria Garcia-Parajo, tel. (053) 489 40 02, e-mail m.f.garciaparajo@tn.utwente.nl.

Confidental Infomation