NWO kent Vidi-subsidies toe
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft 79 jonge, excellente onderzoekers een Vidi-subsidie toegekend. Deze onderzoekers hebben een aantal jaren ervaring in het onderzoek op postdocniveau. Met de subsidie van in totaal maximaal zeshonderdduizend euro kunnen zij vijf jaar lang een eigen onderzoekslijn ontwikkelen. Onder de gelukkigen zijn negen natuurkundigen. Dr.ir. Sander Tans van het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) in Amsterdam gaat kunstmatige evolutie bestuderen. Bij kunstmatige evolutie wordt DNA in het laboratorium gemuteerd en vervolgens het gewenste gedrag geselecteerd. Uiteindelijk is de vraag of we cellen ook kunnen herprogrammeren en ze nieuwe functies kunnen geven.
Aan de Rijksuniversiteit Groningen gaat oud-FOM-promovendus dr.ir. Caspar van der Wal de mogelijkheid om quantumlicht op te slaan in een geheugen onderzoeken. Kunnen we zo'n geheugen maken met elektronen in kleine lichtkanaaltjes van halfgeleidermateriaal? Zo kan met quantummechanica optische communicatie via een glasvezelnetwerk fundamenteel veilig worden gemaakt. Dit is bijvoorbeeld nuttig voor internetbetalingen.
Ook oud-FOM-promovendus dr. Michiel de Dood (Universiteit Leiden) gaat zich bezighouden met quantuminformatie en -optica. Zijn onderzoek richt zich op het overdragen van informatie met behulp van verstrengelde fotonen en zogenaamde fotonische kristallen. Deze niet-lineaire materialen met een periodieke variatie in brekingsindex kunnen een factor 10.000 efficiënter zijn dan bestaande bronnen van verstrengelde deeltjes. Dit zal leiden tot nieuwe experimenten en inzichten op het gebied van quantumcommunicatie en quantumrekenen met licht.
Dr. Auke-Pieter Colijn, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, gaat op zoek naar Higgsdeeltjes die door topquarks worden uitgestraald. Recente metingen lijken erop te wijzen dat het Higgsdeeltje een relatief lage massa heeft. Colijn gaat gebruiken maken van de data die de Large Hadron Collider (LHC) op CERN, Genève, vanaf 2007 gaat produceren.
Oermaterie is het onderwerp van dr. Raimond Snellings verbonden aan het FOM-Instituut voor Subatomaire Fysica NIKHEF in Amsterdam. Ongeveer tien microseconden na de 'oerknal' en bij een temperatuur van een biljoen graden onderging het heelal een dramatische verandering. Op dat moment condenseerde de materie in het heelal in de bouwstenen van de materie die ons nu omringt. Op CERN in Genève zullen binnenkort miljoenen mini-oerknallen gecreëerd worden. Daar gaat Snellings deze vorm van oermaterie en de bijbehorende faseovergang bestuderen.
Oud-FOM-promovendus dr. Kasper Peeters (Universiteit Utrecht) gaat nieuwe methoden ontwikkelen om snaartheorie toe te kunnen passen op realistische zwarte gaten, en op aanverwante situaties zoals de oerknal. Het ineenstorten van materie tot een zwart gat, maakt de zwaartekracht uiteindelijk zo sterk dat de klassieke ruimte-tijd van Einstein scheurt. Een goede beschrijving hiervan wil tot nu toe ook met snaartheorie slechts in heel gekunstelde situaties lukken.
Dr. Nynke Dekker houdt zich aan de Technische Universiteit Delft met een heel ander onderwerp bezig. Zij gaat de kleine motoren die de rollen van RNA mogelijk maken met fysische technieken bestuderen. In mensen wordt de genetische informatie in DNA opgeslagen, maar in vele virussen is de drager van genetische informatie RNA, een ander molecuul. Recent is ontdekt dat RNA ook de genen kan uitzetten.
Dr. Ron Jansen (Universiteit Twente) gaat een techniek ontwikkelen om magneetjes te bekijken op het kleinst mogelijke niveau, namelijk van een enkel atoom. Daar is dringend behoefte aan, nu voor het opslaan van informatie, tegenwoordig ook in de elektronica, magneetjes worden gebruikt die door de toenemende capaciteit alsmaar kleiner worden.
Nanokristallen zijn potentiële bouwstenen voor nieuwe materialen die zich zelf kunnen organiseren in georganiseerde structuren. Dr.ir. Thijs Vlugt gaat aan de Universiteit Utrecht computersimulaties gebruiken om de interacties tussen nanokristallen en de zelf-organisatie tot kristallen van nano-kristallen te bestuderen.
In totaal schreven 307 onderzoekers een onderzoeksplan. Wetenschappers in binnen- en buitenland beoordeelden de aanvragen. De succesvolle kandidaten, van wie dertig procent vrouw is, werden geselecteerd vanwege hun opvallend en origineel talent voor het doen van vernieuwend wetenschappelijk onderzoek. NWO betaalt bijna zeventig procent van elke subsidie. De universiteit of het instituut draagt ruim dertig procent bij. In totaal gaat het om circa 47 miljoen euro.
De Vidi-subsidie is een van de drie subsidievormen van de Vernieuwingsimpuls. De andere twee subsidies zijn de Veni-subsidie (voor pasgepromoveerden) en de Vici-subsidie (voor zeer ervaren onderzoekers). De Vernieuwingsimpuls is opgezet in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en de universiteiten.
Meer informatie: NWO.