Veni-subsidies toegekend
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft 91 jonge, recent gepromoveerde wetenschappers een zogeheten Veni-subsidie toegekend. Deze subsidie bedraagt maximaal 208.000 euro. Hiermee kan de onderzoeker drie jaar lang onderzoek doen en ideeën ontwikkelen. De Veni-subsidie is een van de drie subsidievormen van de Vernieuwingsimpuls. De andere twee subsidies zijn de Vidi-subsidie en de Vici-subsidie. Onder de gelukkigen zijn vijf natuurkundigen.
Dr. Aleksandra Biegun gaat aan het Kernfysisch Versneller Instituut en de Universiteit Groningen speuren naar exotische materie. Het standaardmodel van de deeltjesfysica voorspelt het bestaan van exotische deeltjes opgebouwd uit bekende bouwstenen van materie. Een bewijs van het bestaan van deze deeltjes is nodig om onze kennis over de oorsprong van massa te verbeteren. De huidige technologische ontwikkelingen maken een speurtocht naar exotische materie mogelijk. In dit project wordt essentiële informatie geleverd om een succesvol experiment te kunnen garanderen.
Aan het Institute of Theoretical Physics van de Universiteit Utrecht gaat dr. Joe Henson een nieuwe quantumzwaartekrachttheorie toetsen. Hij wil dit gaan doen door die op elementaire punten met de theorie van Einstein te vergelijken.
Aan de Technische Universiteit Delft gaat dr.ir. Martin Rohde onderzoek doen naar een nieuwe innovatieve kerncentrale. Door het opraken van onze steenkool-, gas- en olievoorraden moeten we zoeken naar andere, veilige, liefst CO2-uitstootvrije energiebronnen. Dit onderzoek zal duidelijk maken of een nieuw type kernreactor, gevuld met superkritisch water, nóg veiliger wordt door de zwaartekracht het water rond te laten pompen.
Dr. Jante Salverda gaat aan de Universiteit Leiden meten aan één redoxeiwit. In dit onderzoek aan redoxeiwitten combineert Salverda fluorescentiemicroscopie met elektrochemische technieken. Daardoor kan zij met fluorescentie de aanwezigheid van één elektron op één redoxeiwit meten. Zo ontrafelt zij hoe de elektronenoverdracht van en naar zo'n eiwit precies plaatsvindt, en hoeveel variatie er is in eigenschappen tussen de verschillende exemplaren van hetzelfde eiwit.
Het onderzoek van dr. Astrid de Wijn (Radboud Universiteit Nijmegen) moet leiden tot een betere beschrijving van diffusie op kristaloppervlakken. Conventionele statistische mechanica is niet van toepassing op (nano)systemen met weinig deeltjes, waar fluctuaties en relaxatie een grote rol spelen. Met scheiding van tijdschalen belooft dit onderzoek chaos, statistische mechanica en transport in zulke systemen met elkaar in verband te brengen, en daarmee een verklaring te geven voor de soms verbazingwekkend snelle diffusie van moleculen en clusters op kristaloppervlakken.
Daarnaast heeft het Gebied Chemische Wetenschappen de aanvraag van dr. Nick Polfer gehonoreerd. Hij gaat aan het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwegein de complexiteit van koolhydraten ontrafelen. In de natuur voorkomende suikers zijn zeer divers van structuur en daardoor moeilijk te identificeren. In dit project past Polfer een combinatie van lasertechnieken en andere analytische technieken toe om deze uitdaging aan te gaan.
Het volledige bericht is te vinden op NWO