Amerikaans onderzoek wijst uit: Natuurkunde is Nederlands meest invloedrijke vakgebied
Publicaties van in Nederland werkende natuurkundigen worden in internationale vaktijdschriften 56% beter geciteerd dan het wereldgemiddelde voor de fysica. Daarmee is de zogeheten relatieve impact van natuurkundepublicaties hoger dan van elk ander vakgebied in Nederland. Dat blijkt uit de meest recente inventarisatie van de invloed van wetenschappelijke publicaties door het Amerikaanse bedrijf Thomson Scientific.
Essential Science Indicators van Thomson Scientific houdt voor de hele wereld aantallen wetenschappelijke publicaties in vaktijdschriften bij en hoe vaak naar die artikelen in de wetenschappelijke literatuur wordt verwezen. Wat aantallen publicaties betreft is Nederland op wereldschaal een bescheiden speler. Over de periode 2002 - 2006 traceerde Thomson Scientific 105.968 artikelen met tenminste één auteur met een Nederlands werkadres. Daarmee draagt Nederland voor 2,61% bij aan het wereldtotaal aan wetenschappelijke publicaties. Dat aantal stijgt de afgelopen jaren heel licht. Vervolgens houdt Thomson Scientific ook het relatieve aandeel in de wereld bij van 22 verschillende vakgebieden in Nederland. Sinds jaar en dag scoort de combinatie astrofysica en ruimteonderzoek hier het hoogst, met een relatief aandeel van rond 5,2%. Het aandeel is ook relatief groot voor de combinatie psychologie/psychiatrie, met rond 4% en klinische geneeskunde met rond 3,5%. De exacte vakken hebben het kleinste aandeel, dat bovendien over de afgelopen jaren licht daalt; dat is in lijn met hun geringe omvang in Nederland.
Thomson Scientific kijkt ook naar de mate waarin Nederlandse publicaties door collega's worden geciteerd, ten opzichte van het wereldgemiddelde in de betreffende vakgebieden. Dat noemt Thomson Scientific 'relative impact'. In dit klassement wordt de kopgroep al sinds enige jaren gevormd door landbouwwetenschappen, fysica, chemie, klinische geneeskunde en materiaalwetenschappen. Op 20 augustus publiceerde Thomson Scientific het meest recente overzicht, over de jaren 2002 - 2006. Daarin staat de natuurkunde met een relatieve impact van 56% boven het wereldgemiddelde met afstand boven aan. De afgelopen jaren stond de fysica steeds op de tweede plaats. De landbouwwetenschappen, een aantal jaren op één, zijn nu met 50% tweede, gevolgd door de chemie met 47%, klinische geneeskunde met 42% en materiaalwetenschappen met 40%. Opmerkelijk is dat de landbouwwetenschappen in de periode 1998 - 2002 een enorme piek in hun relatieve impact beleefden (met een score van +74%) en daarna geleidelijk aan minder hoog zijn gaan scoren. Opvallend is ook de grote variatie die de impact van de materiaalwetenschappen vertoont. Mogelijk houdt dit verband met het feit dat materiaalwetenschappen in de classificatie van de Essential Science Indicators met afstand het kleinste van de bekeken vakgebieden in Nederland is. Opmerkelijk is verder dat van de 22 vakgebieden er slechts twee onder het wereldgemiddelde aan citaties blijven, de combinatie economie en bedrijfskunde, en neurowetenschappen. Het niveau van de Nederlandse wetenschap is dus over de hele linie uitstekend.
Bron van de tabel: http://www.in-cites.com/research/2007/august_20_2007-1.html
Toegang tot gegevens uit eerdere jaren (in 2001 verscheen geen overzicht over Nederland): http://www.in-cites.com/research/2007/index.html