Experts in de snaartheorie uit de hele wereld bijeen in Amsterdam
Aan de Universiteit van Amsterdam vindt van 30 juni tot 4 juli de derde European Superstring Theory Network conferentie plaats, een jaarlijkse bijeenkomst van wereldwijde experts in de snaartheorie. De netwerkconferenties zijn een van de succesvolste en drukst bezochte conferenties in dit vakgebied; Amsterdam Eurostrings 2008 verwacht meer dan 150 deelnemers. Op woensdag 2 juli gaat het ochtendprogramma over snaartheorie als hulpmiddel in andere vakgebieden.
Het European Superstring Theory Network is in 2005 voor de duur van vier jaar van start gegaan met als doel uitwisseling, contacten en samenwerking tussen snaartheoretici te bevorderen en geld voor postdocposities beschikbaar te stellen, zodat jonge onderzoekers een volgende stap in hun wetenschappelijke carrière kunnen maken. Nederlandse partners in het netwerk zijn de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Utrecht en FOM-Instituut voor Subatomaire Fysica NIKHEF. Zeker in het geld beschikbaar stellen voor postdocposities is het netwerk vrij succesvol gebleken. De conferentie in Amsterdam is de derde en voorlopig laatste conferentie van het netwerk. Of het voortgezet zal worden, is nog onduidelijk.
Bijzondere aandacht verdient het programma op woensdagochtend 2 juli, dat in het teken zal staan van "String Theory as a Tool". Niet alleen heeft de snaartheorie de laatste 30 jaar bijzonder veel vooruitgang geboekt als een unieke kandidaat voor een geünificeerde theorie van quantumzwaartekracht (de verbinding van de vier fundamentele krachten in de natuur), ook kan hij worden opgevat als een elegante uitbreiding van quantumveldentheorie en zwaartekracht, met zeer verrassende eigenschappen en directe toepassingen in een meer vertrouwde context. Allereerst zijn er de vele wiskundige toepassingen van snaartheorie in de loop der jaren; recentelijk hebben meer fysische toepassingen een grote vlucht genomen. Te denken valt aan toepassingen in de quantumchromodynamica (QCD), de gecondenseerde materie en zelfs in verschijnselen die zich mogelijk voordoen als er fysica "voorbij het standaardmodel" blijkt te zijn, een onderwerp van groot belang voor de binnenkort van start gaande Large Hadron Collider (LHC) op CERN.
Een belangrijk voorbeeld van een snaartheoretische toepassing ligt op het gebied van sterk gekoppeld quark-gluonplasma. In Brookhaven National Lab in de Verenigde Staten worden al een tijdje experimenten gedaan door zware goudkernen op elkaar te schieten. Tijdens die botsingen ontstaat een zogenaamd quark-gluonplasma, de toestand die kort na de Oerknal geheerst heeft, toen quarks nog niet opgesloten zaten in elementaire deeltjes, maar samen met gluonen (lijmdeeltjes) een soort oersoep vormden. Het quark-gluonplasma dat in de experimenten in Brookhaven ontstaat, blijkt bij nadere analyse sterk gekoppeld te zijn en bepaalde hydrodynamische eigenschappen te bezitten. Helaas hebben fysici niet genoeg kwantitatieve controle over sterk gekoppelde quantumchromodynamica (QCD) om de bijzondere eigenschappen van die vloeistof te verklaren "from first principles".
Het verrassende is nu dat snaartheorie in staat lijkt de bijzondere eigenschappen van het quark-gluonplasma redelijk goed te beschrijven. De zogenaamde AdS/CFT-correspondentie, die zegt dat snaartheorie op een ruimte-tijd met een negatieve kosmologische constante equivalent is aan een sterk gekoppelde supersymmetrische ijktheorie, maakt het mogelijk om berekeningen in sterk gekoppelde ijktheorieën te doen door middel van snaartheorie. Alhoewel dit niet direct toepasbaar is voor sterk gekoppelde QCD, lijkt het erop dat bepaalde eigenschappen van sterk gekoppelde ijktheorieën universeel genoeg zijn dat ze met behulp van snaartheorie kunnen worden berekend. De resultaten van die berekeningen komen redelijk tot goed overeen met de metingen aan het sterk gekoppelde quark-gluonplasma in het Brookhaven National Lab.
Prof. Edward Shuryak (SUNY, Stony Brook, VS) zal het met name hierover hebben. Prof. Romuald Janik (Jagiellonian University, Krakow, Polen), prof. Herman Verlinde (Princeton University, VS) en prof. Gary Horowitz (UCSB, Santa Barbara, VS) geven kortere, meer onderzoeksgerichte lezingen over enkele recente resultaten.
Programma woensdag 2 juli, "String Theory as a tool":
09:30 - 10:30 uur Prof. Edward Shuryak (SUNY, Stony Brook)
11:00 - 11:30 uur Prof. Romuald A. Janik (Jagiellonian University)
11:30 - 12:00 uur Prof. Herman Verlinde (Princeton University)
12:00 - 12:30 uur Prof. Gary Horowitz (UCSB, Santa Barbara)
Plaats: Roeterseiland, Complex (REC), gebouw A, zaal AB40, Roetersstraat 15, 1018 WB Amsterdam.
Meer informatie bij dr. Jan Pieter van der Schaar, Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Theoretische Fysica, telefoon (020) 525 73 08.
Links voor verdere informatie:
Amsterdam Eurostrings, 30 juni - 4 juli 2008.
Het European Superstring Theory Network is een Marie-Curie Research Training netwerk gefinancierd door de Europese Unie.