Plasma-experts verfijnen meetmethode wanderosie fusiereactor
Onderzoekers van FOM-Rijnhuizen hebben de calibratie verbeterd van de standaardmethode om wanderosie in toekomstige fusiereactoren te meten. Promovendus Jeroen Westerhout ontdekte dat de calibratietechniek bij relatief lage plasmatemperaturen (rond 10.000 °C) veel meer signaal oplevert dan de theorie voorspelt. Het onderzoek maakt een betere calibratie mogelijk van de wanderosie, een belangrijke factor in het succes van energieproducerende fusie-experimenten als ITER. De onderzoekers beschrijven de resultaten in het vakblad Applied Physics Letters.
In een fusiereactor houden sterke magneetvelden het hete, geladen brandstofgas (een plasma) van de reactorwand af. Daardoor kan de fusiereactie van deuterium en tritium zichzelf in stand houden zonder te groot warmteverlies. Om het fusieproduct helium af te voeren, wordt het plasma op de wand geleid in de divertor (uitlaat) van de reactor. Chemische reacties van het hete deuterium en tritium met de koolstofwand van de divertor zullen leiden tot erosie.
Wetenschappers kijken naar de specifieke kleuren licht die een koolwaterstofverbinding uitzendt om slijtage van de reactorwand in de gaten te houden. In vergelijkbare experimenten heeft Jeroen Westerhout tot duizend keer meer licht gemeten dan volgens de theorie verwacht wordt. Hij heeft dit kunnen verklaren door rekening te houden met licht dat uitgezonden wordt ten gevolge van de chemische erosiereacties.
Lees het originele artikel
http://link.aip.org/link/?APPLAB/95/151501/1
Contact
Drs. Gieljan de Vries, telefoon (030) 609 69 02.