Jaime Gómez Rivas als kersverse hoogleraar bij 400e AMOLF-promotie van Silke Diedenhofen
Prof.dr. Jaime Gómez Rivas, groepsleider bij het FOM-instituut AMOLF is met ingang van 1 december benoemd tot hoogleraar 'Photonics and Semiconductor Nanophysics' aan de Technische Universiteit Eindhoven. In zijn eerste maand is hij meteen al promotor van een bijzondere promotie. Silke Diedenhofen verdedigt op 20 december het 400e AMOLF-proefschrift getiteld 'Propagation of light in ensembles of semiconductor nanowires'.
Gómez Rivas heeft natuurkunde gestudeerd aan de Universiteit van Madrid en de Universiteit van Luik. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam, bij het Van der Waals Zeeman Instituut. Na een postdoc periode aan de Universiteit van Aachen is hij in april 2005 de AMOLF-groep Surface Photonics gestart. Deze groep is gevestigd op de High-tech campus in Eindhoven. Silke Diedenhofen promoveert op 20 december 2010 aan de Technische Universiteit Eindhoven. Het promotieonderzoek is uitgevoerd in de AMOLF-groep die is gevestigd op de High-tech campus in Eindhoven. Het proefschrift laat zien hoe licht zich voortplant in lagen van halfgeleider nanodraden. Uit het onderzoek blijkt dat de voortplanting van licht sterk beïnvloed wordt door de morfologie van de nanodraden. Terwijl lagen van dunne nanodraden een transparant materiaal met een dubbele brekingsindex vormen, leiden lagen van dikke nanodraden tot een troebel medium waar licht sterk wordt verstrooid. De resultaten van dit proefschrift kunnen toegepast worden om het rendement van zonnecellen te verhogen of de gevoeligheid van optische sensoren te verbeteren.
In 1951 verscheen het eerste proefschrift van AMOLF: Een kleine massaspectrometer als lekkenzoeker en h-d analysator, geschreven door M.E. Reinders. Het proefschrift beschrijft onderzoek dat werd verricht in het Instituut voor Massaspectrografie, de voorloper van AMOLF. Gedurende het 60-jarig bestaan van AMOLF is er een gestage stroom van proefschriften tot stand gekomen met als hoogtepunt de jaren 2008 en 2009 met jaarlijks 18 proefschriften.